Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO3363

Datum uitspraak2004-02-11
Datum gepubliceerd2004-02-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200306077/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 2 januari 2003, kenmerk AZ/DB/2751, heeft verweerder beslist bestuursdwang als geregeld in artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht toe te passen ter zake van de activiteiten van de vennootschap onder firma "Jachthaven De Nieuwe Haven V.O.F." op de percelen Weteringpad 17 en 23 te Woubrugge. Aan het besluit is een begunstigingstermijn verbonden van negen maanden.


Uitspraak

200306077/1. Datum uitspraak: 11 februari 2004 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant] en anderen, allen wonend te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Jacobswoude, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 2 januari 2003, kenmerk AZ/DB/2751, heeft verweerder beslist bestuursdwang als geregeld in artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht toe te passen ter zake van de activiteiten van de vennootschap onder firma "Jachthaven De Nieuwe Haven V.O.F." op de percelen Weteringpad 17 en 23 te Woubrugge. Aan het besluit is een begunstigingstermijn verbonden van negen maanden. Bij besluit van 4 augustus 2003, verzonden op dezelfde datum, kenmerk AZ/DB/BOB, heeft verweerder het hiertegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard ten aanzien van de begunstigingstermijn en voor het overige ongegrond verklaard. Verweerder heeft aan dit besluit een begunstigingstermijn verbonden van zeven maanden. Tegen dit besluit hebben appellanten bij brief van 11 september 2003, bij de Raad van State ingekomen op 12 september 2003, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij een op 13 oktober 2003 bij de Raad van State ingekomen brief. Bij brief van 11 november 2003 heeft verweerder een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 februari 2004, waar verweerder, vertegenwoordigd door D.A. Baars, ambtenaar van de gemeente, is verschenen. Voorts is "Jachthaven De Nieuwe Haven V.O.F." als partij gehoord, vertegenwoordigd door F. Bulk, gemachtigde. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 125 van de Gemeentewet is het gemeentebestuur bevoegd tot toepassing van bestuursdwang. Ingevolge artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder bestuursdwang verstaan: het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten. In artikel 5:24, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat in de beschikking tot toepassing van bestuursdwang een termijn wordt gesteld waarbinnen de belanghebbenden de tenuitvoerlegging kunnen voorkomen door zelf maatregelen te treffen. Het bestuursorgaan omschrijft de te nemen maatregelen. 2.2. Appellanten achten de aan de bestreden beslissing op bezwaar verbonden begunstigingstermijn te lang, omdat zij geluidhinder ondervinden vanwege de activiteiten van de inrichting. 2.2.1. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij aan het bestreden besluit in redelijkheid een begunstigingstermijn heeft kunnen verbinden van zeven maanden. Hij wijst er op dat daarbij rekening is gehouden met de termijn die nodig is voor het indienen van een aanvraag om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer, het beslissen op de aanvraag, alsmede met de beroepstermijn. Dit in aanmerking nemende, alsmede gelet op het feit dat ten tijde van het bestreden besluit nog geen aanvraag was ingediend bij verweerder, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder niet in redelijkheid de desbetreffende begunstigingstermijn aan het bestreden besluit heeft kunnen verbinden. 2.3. Het beroep is ongegrond. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep ongegrond; Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.A.J. Overdijk, ambtenaar van Staat. w.g. Boll w.g. Overdijk Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 11 februari 2004 320-335.